Karl Vanlouwe reageert gechoqueerd na de toelichting van de Brusselse vicegouverneur over de taalwetgeving in Brussel

De Brusselse vicegouverneur, Jozef Ostyn, moet nog steeds het merendeel van de aanwervingen van Brusselse lokale besturen schorsen omdat ze de taalwetgeving overtreden. Dat blijkt uit het jaarverslag voor 2022 dat hij woensdag voorstelde in het Vlaams Parlement. N-VA pleit voor sancties.

Op enkele uitzonderingen na moeten alle personeelsleden van de Brusselse gemeenten en OCMW's beschikken over een taalbrevet in de andere landstaal, zo bepaalt de taalwet van 1966. Bij de aanwerving van statutair personeel valt de situatie nog mee. In 119 gevallen (27,3 procent) moest de benoeming worden geschorst. In de andere 317 gevallen (72,7 procent) beheerste de kandidaat wel beide landstalen.

Bij de contractuele aanwervingen was de verhouding omgekeerd. In 2.252 gevallen (68,2 procent) moest de aanwerving worden geschorst. Slechts in 286 gevallen (8,7 procent) werd de taalwetgeving volledig gerespecteerd. Voor 762 kandidaten (23,1 procent) maakte de vicegouverneur een uitzondering omdat het om een aanwerving van korte duur ging.

N-VA: 'Taalwetten worden genegeerd'

N-VA reageert ontsteld. "Al 30 jaar worden de taalwetten in Brussel genegeerd en is een volledig Nederlandstalige dienstverlening in een Brusselse gemeente bijna ondenkbaar", zegt deelstaatsenator Karl Vanlouwe (N-VA). "De Nederlandstaligen zijn tweederangsburgers geworden in hun eigen hoofdstad."

N-VA had de vicegouverneur van Brussel vandaag uitgenodigd om meer uitleg te geven over zijn jaarverslag. Volgens partijgenoot en Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre is het hoog tijd dat de Brusselse regering ingrijpt. Hij verwijt de Nederlandstalige regeringspartijen in Brussel dat ze hun Franstalige coalitiepartners niet onder druk zetten.

"De vicegouverneur kan de benoemingsbeslissingen wel schorsen, maar finaal zouden de toezichthoudende overheden deze beslissingen moeten vernietigen. Dat gebeurt al jaren niet, met stille goedkeuring van Vooruit, Groen en Open VLD," aldus Vanden Borre. "De Vlaamse politici in de Brusselse regering kijken liever weg als het over het belang van Nederlandstalige dienstverlening gaat."

Politieke wil

Volgens N-VA is het gebrek aan respect voor de bestuurstaalwet, die de tweetalige dienstverlening in de Brusselse gemeenten en OCMW’s zou moeten garanderen, te wijten aan een gebrek aan politieke wil en niet aan geschikt personeel.

"De Vlaamse instellingen in Brussel tonen elke dag aan dat het perfect mogelijk is om tweetalig personeel aan te werven en we leveren als Vlaanderen ook tweetalige leerlingen af. Het UZ Brussel is een toonbeeld hoe men dit ook in de zorg kan uitrollen,” aldus Vanden Borre nog.

Zijn partij pleit voor sancties. “We doen vanuit Vlaanderen ons best, maar stellen elke keer vast dat andere overheden in gebreke blijven en de wettelijke tweetaligheid van onze hoofdstad onder de mat proberen te schuiven. Enkel sancties en effectieve vernietigingen zullen paal en perk kunnen stellen aan deze praktijken.”