N-VA wil Senaat niet zien herrijzen

De N-VA had de Senaat liever afgeschaft gezien, maar de zesde staatshervorming besliste daar anders over. Het laatste halfjaar leveren onze senatoren daarom een dagelijks gevecht over de rol van die instelling. Ze willen niet dat de afgeslankte Senaat discussies voert die eigen zijn aan de Kamer of de deelstaatparlementen. Zo proberen zij te verhinderen dat de Senaat uit zijn as herrijst.

Getuige daarvan de jongste bureauvergadering van de Senaat, die bijzonder woelig verliep. Eerst was er een incident met de eerste ondervoorzitter van het bureau, N-VA-deelstaatsenator Karl Vanlouwe, die erop wees dat de Senaat de correcte term voor de Franse Gemeenschap moest gebruiken en niet ‘Fédération Wallonie-Bruxelles’. Dat zorgde voor zwaar maar voorspelbaar protest bij de Franstalige partijen.

Vergoedingen schrappen
Ook het gevecht voor de afschaffing van de materiële en financiële voordelen verliep niet van een leien dakje. Zo ontstond een tweede incident toen Annick De Ridder, N-VA-fractievoorzitter in de Senaat, erop aandrong om de extra vergoedingen voor de pensioenkas te schrappen: 1.884 euro bruto per maand voor de voorzitter, 1.379 euro voor de beide ondervoorzitters en 573 euro voor de 13 bestuursleden.

“Bij monde van onze collega-deelstaatsenator Lieve Maes vragen we al maanden om die exuberante vergoedingen te schrappen”, vertelt De Ridder. “Het bureau van november had dat uiteindelijk ook beslist, maar achter de rug van alle andere partijen probeerde de PS die beslissing alsnog terug te draaien. Toen ik sarcastisch vroeg wat dat hen opbracht, was het kot te klein. Zulke gedragingen zijn voor ons niet te verantwoorden tegenover de publieke opinie.”

De N-VA-vertegenwoordigers in de Senaat zochten en kregen steun bij vrijwel alle partijen om die vergoedingen nu definitief te schrappen. “Logisch”, besluit De Ridder: “In tijden van crisis, wanneer iedereen de tering naar de nering moet zetten, moet de overheid het goede voorbeeld geven.”