U bent hier
Een politieke waas over onze diplomatie
"Van Rompuy vist gestrande Belgische klasbak op", titelde de krant 'De Tijd' en dat vrij ontstellende bericht werd ook overgenomen en bevestigd door de Franstalige pers, 'La Libre Belgique' en 'Le Soir'. Het gaat hier om de diplomaat Didier Seeuws, die tot voor kort de tweede man was in de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie.
Het verhaal is symptomatisch voor de manier waarop wordt omgesprongen met talent bij de Federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken en zeker voor de totaal ondoorzichtige wijze waarop benoemingen plaatsgrijpen in onze diplomatie. Het gaat ons niet zozeer om de namen, maar om het bizarre verschijnsel dat diplomaten, die door iedereen worden geprezen, moeten worden 'opgevist', terwijl ons land in een ingewikkelde geglobaliseerde wereld zijn 'klassebakken' toch best zou kunnen gebruiken op de cruciale posities die er zijn.
Het is toch hoogst verwonderlijk dat de 'diplomatieke beweging', zoals de jaarlijkse carrousel van diplomatieke overplaatsingen wordt genoemd, niet volgens logische en eerlijke regels gebeurt. Er werd gezegd dat de betrokkene deze 'diplomatieke beweging' had gemist omdat – zo schrijft De Tijd letterlijk - "de partijen van de lopende regering de Europese topposten voor eigen volk inpikten". Voor de tweede man in de permanente vertegenwoordiging in de EU "kon geen passende job worden gevonden" (De Tijd, 31/03/2011, blz. 2). Ook de eerste man bij de EU zocht andere oorden op. Hij gaat werken voor Catherine Ashton, de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de EU.
Zichzelf feliciteren
Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, is misschien wel de winnaar van deze zeer Belgische praktijk, die hij goed moet kennen. Het was iedereen in Europa wel opgevallen dat een man als Didier Seeuws opmerkelijke prestaties had geleverd tijdens de zes maanden van het Belgisch EU-voorzitterschap. Er bestaan tot de verbeelding sprekende verhalen over een man die zijn werk moest doen op een kamertje in de Europese wijk… met een veldbed in de bezemkast.
Na dat half jaar konden de politici zichzelf op de borst kloppen. Ze hadden toch weer uitstekend gewerkt, ook in een regering van lopende zaken. Hoe knap toch. Er werd flink wat politieke munt uit geslagen, want zie eens welke voortreffelijke resultaten ze hadden geboekt en hoe groot hun zin voor verantwoordelijkheid wel was. Maar de mensen, die het op het terrein echt hadden gedaan in moeilijke omstandigheden, konden niet worden beloond, want de politieke vrienden moesten de krenten krijgen in de nieuwe diplomatieke pudding die werd gebakken.
De 'politique politicienne' bloeit als nooit voorheen. Het is bijna schaamteloos. "De PS heeft de wind in de rug en beschikt over de lange arm in de Karmelietenstraat", schrijft La Libre Belgique. Of nog : "De liberalen zijn out en de PS en CD&V regelen hun zaakjes". Blijkbaar is dat niet gebaseerd op bekwaamheden. Stel je even voor dat de N-VA nu 30 procent van de diplomatieke posten van de Nederlandse taalrol zou opeisen. Je zou ze nogal horen!
Hoe dan ook, dit is in vele gevallen onrechtvaardig en een slechte zaak voor de diplomatie zelf.
Geen controle
Terwijl iedereen de mond vol heeft over 'objectivering' voor overheidsjobs, kan de zeer oude politieke cultuur haar gangetje gaan. Dat kan des te gemakkelijker omdat er geen enkele controle is op de diplomatieke beweging, de overplaatsing van diplomaten naar een ander post. Die ‘beweging’ begon dit jaar zelfs vroeger dan anders, maar dat was niet om in tijden van lopende zaken het parlement te betrekken bij de vertegenwoordiging van het land. De Kamerleden en senatoren leveren geen enkele controle. In het beste geval verneem je merkwaardige postjesverdelingen via de pers of het geruchtencircuit.
Het wordt werkelijk de hoogste tijd dat daar verandering in komt. Buitenlandse Zaken heeft na de democratisering, die Hendrik Fayat bijna vijftig jaar geleden doorvoerde, een nieuwe democratisering nodig. In de tijd van Fayat kregen goed opgeleide mensen van de Nederlandse taalrol eindelijk kansen in de Belgische diplomatie. Vandaag is er enorme behoefte aan transparantie. Zoals in andere Europese landen moet het ook bij ons mogelijk zijn dat de benoeming van ambassadeurs gebeurt na een ruime parlementaire discussie en zeker na inachtneming van objectieve maatstaven.
Blijkbaar moet op de lagere echelons iedereen geëvalueerd worden, maar voor de tobjobs bestaan er wel andere regels. De politieke waas over de diplomatie heeft zijn ondienstigheid nu wel ruimschoots bewezen.