U bent hier
Brussel laat Vlaamse kansen liggen

Karl Vanlouwe, die voor de N-VA in het Vlaams Parlement zetelt, stelt vast dat de Brusselse gemeenten te weinig gebruikmaken van het aanbod aan ondersteuning uit Vlaanderen. “Nochtans is het in het belang van Brussel, de Brusselse Vlamingen en zelfs van iedere Brusselaar dat zij op dat aanbod ingaan”, vindt Vanlouwe.
De Vlaamse overheid biedt gemeenten en steden werkingssubsidies aan voor de ondersteuning van hun lokaal cultuur-, erfgoed-, jeugd-, ontwikkelings- en flankerend onderwijsbeleid, maar ook van hun beleid voor integratie, armoedebestrijding en sport. Via de verschillende bevoegde vakministers is de Vlaamse overheid daarvoor ook rechtstreeks bevoegd in Brussel. Sommige van die subsidies lopen via de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), andere via de gemeenten, nog andere via beiden.
Voorbeelden
Bekijken we bijvoorbeeld het lokale cultuurbeleid: “Van de 19 Brusselse gemeenten ontvingen enkel Ganshoren en Sint-Lambrechts-Woluwe geen subsidie voor de oprichting van een Nederlandstalige bibliotheek”, stelt Ganshorenaar Vanlouwe vast. “Pas eind oktober 2014 besliste Ganshoren om zo’n bibliotheek op te richten, terwijl in die gemeente toch heel wat Nederlandstaligen wonen.”
Ook op ontwikkelingssamenwerking is de Vlaamse regelgeving van toepassing. Maar enkel Brussel-stad en Sint-Joost-ten-Node dienden een subsidieaanvraag in die zij ook ontvingen. “Heel wat Brusselse gemeenten ontwikkelen nochtans initiatieven voor Noord-Zuidsolidariteit”, weet Vanlouwe. “Maar zij laten het aanbod van de Vlaamse overheid dus links liggen.”
En ook voor een flankerend onderwijsbeleid kunnen bepaalde Brusselse projecten subsidies krijgen, indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. “Daarvoor is wel een protocol nodig tussen de VGC en de Vlaamse Regering. Tot op heden blijkt dat nog niet te zijn afgesloten”, betreurt Vanlouwe.
Een laatste voorbeeld, maar zeker niet het minste: hoewel de Vlaamse Regering in principe ook de uitvoering subsidieert van de sportbeleidsplannen van de 19 Brusselse gemeenten, en dus niet enkel van de VGC, heeft geen enkele van die gemeenten zo’n plan ingediend. “Op die manier missen alle Brusselse gemeenten subsidies voor de uitvoering van een lokaal sportbeleid. Gelukkig heeft de VGC een bovenlokaal én lokaal beleidsplan ingediend, waarvoor zij ook subsidies ontving”, besluit Vanlouwe.